Mijn therapeut zegt dat ik het woord volledig beter doorstreep. Het is altijd alles of niets met mij, en omdat alles niet lukt uiteindelijk altijd niets. Ik wil onvoorwaardelijk van iemand houden die onvoorwaardelijk van mij houdt. Ik wil schrijver zijn, en dat betekent mijn hele leven in woorden uitdrukken. Elke afleiding is daarbij teveel, elke andere verplichting een aantasting van mijn verheven roeping.
Het resultaat is dat ik alleen ben en liever series kijk dan schrijf. Want als ik met iemand samen ben, dan kan ik niet zeggen dat ik van haar houd zolang alles niet volmaakt is, en ik geloof dat dat ook zo zal blijven. En als ik een dag niet met hart en ziel kan schrijven, of als ik dat wel kan maar het interesseert de mensen niet, ja dan laat ik de moed zakken.
Mijn kat vindt dat niet erg. Ze spint op mijn schoot terwijl ik mezelf helemaal verlies in de afleveringen van weer een uitstekend gemaakte serie, die me afleidt van de verwijten die ik mezelf inwendig maak over wat had kunnen zijn als ik net iemand anders was geweest.
Ik geef het op en ga werken, ga vrienden opzoeken, ga sporten of bezoek mijn ouders. Ik vertel mezelf dat dat genoeg is, en probeer de zwaarwichtige ambities die ik ooit had te vergeten door te masturberen, door naar mijn gsm te staren of gewoon triest voor me uit te staren.
Toch knaagt er altijd iets. Als een zwelling die zich diep in mijn binnenste vasthecht tot het niet meer te houden is. Dan neem ik met mijn onbestemd verdriet terug achter de schrijftafel plaats en wacht ik op een lawine die niet komt. Het is te lang geleden. Mijn vingers zijn het verleerd om mijn gedachtes te volgen, mijn ziel knelt in mijn strottenhoofd.
De talige werelden die ik mijn verbeelding had opgetrokken zakken als kaartenhuisjes ineen bij de eerste regel die dan toch niet zo veelzeggend bleek. De verhalen die ik fabriceer weigeren iets te tonen van de intens diepe emoties die er de aanzet toe vormden.
Ik ben geen nietsontziend schrijver, noch heb ik iemand innig lief. Ik heb me voorgenomen om mijn onvolmaaktheid te aanvaarden. Ik sta mezelf toe de liefde te voelen die ik ontbrak toen ze er nog naar verlangde. Ik aanvaard dat ik nu over niets anders kan schrijven dan over mijn onvermogen om over iets anders te schrijven.