Je doet er niet toe, je doet er niet toe
Schorremorrie die is ontvallen
aan de woeste machinerie waarmee
je geslacht wordt uitgebroed.
Grauwe wolken smoren het noodsein
van de morose man in de maan.
Zuur ploft de regen neer over
uitgedroogde moerassen van beton.
Zo vergelijk ik je met de winternacht
waarin je complexie verbleekte,
en de adem waarmee ik eenzaam
woordgericht, je recht wilde doen,
onder verdoving is afgeslacht.
Jij bent die stugge beklaagde die
opstandig de wet opzocht,
en aan de deur, slechts voor haarzelf
bestemd, wachtte tot de dood
hem sloot. –Ik was die deur (x3).
Het lot had nooit voorzien
om binnen de nauwe contouren
van nauwelijks een a4-blad
je vitaliteit te slijten.
Toch is dit wat is gebeurd.
Want je kon nooit vergeten
hoe zielloos ze je daddy hebben
afgeroomd, je mama in de soep
gedraaid, je vleugels gekortwiekt,
onbevlekt je snavel afgebrand.
Toen ben je dwars gevlucht
in een permanente revolutie die
onder de almacht van je beulen
verzandde in een kloteklucht,
Die wedijverde in schadenfreude
met de bitchfights uit Temptation,
in goed-ertieren-heid met mannen
die uit fanatieke dankbaarheid
jaarlijks één kalkoen vergeven.
Sic erat scriptum.
Aanschouw toch dit spektakel
waarin ook ik, als man geofferd
aan je wiederholungszwang
mijn goddeloze rol opnam.
De slager van je zwanenzang.
***
Het verschil tussen ons ligt
besloten in onze handen.
Ik zag je in verdrinkingsnood
je zijden vingers uitstrekken.
Mijn door eczema aangetaste
werkmanspoten hielden je
zo innig innig vast, dat ook ik
je heb verpulverd en verstoten.
Kan het zijn, dat er
een liefde bestaat, zo intens,
dat ze zelfs of zelfs juist
haar dienaren doodt?
Maar je was er, wij waren er,
en dat doet er toe en dat doet er toe.