De Tweede Ontmoeting

Inleiding: Tekst die ik geschreven had nadat een vrouw met wie ik een tweede date zou hebben, op het allerlaatste moment heeft afgezegd. Ik vraag me af waarom me dat zo raakt, en hoe ik daarmee om kan gaan.

Tekst: Het is niet niets. Dat je schrijft. Op het allerlaatste moment. Voor ik je terug zou zien. Na die eerste keer. Die keer aan het water. Toen de zon verdween en de maan verscheen. Enfin, je kent dat wel. Het was een aangenaam gesprek. Het was wat je zei, en hoe je dat deed. Dat beetje straling in je ogen, waarmee je vertelde over trauma’s en trouwen.

Ik had het recht niet om zover vooruit te dromen. Maar ik hield van de plooien in je rok. Het motief van je hemd. De oorbellen waar je soms aan trok. Je parelmoerkoperen lokken. Of is dat gelogen, en vond ik je alleen maar een lekker ding? Hoe dan ook, ik had het recht niet om zover vooruit te dromen.

Misschien herkende ik in jou sporen van moederliefde. Of had je gewoon een mooie lach? Of was het net je droefheid, die ik rook, die me naar je toetrok? Ach, wat een woekeren van onmogelijk te beantwoorden vragen! Volgens mij was het de suggestie van een warmte die we beiden ergens zijn verloren.

Dus ik heb gewacht. Ik heb getracht het vuur niet op te laten laaien. Ik trok uit alle macht aan mijn verbeeldingskracht. Want ik weet hoe dat gaat. Ik heb genoeg aan de indrukken van minder dan een nacht, om uit een mens een engel te toveren. Want ik weet hoe dat gaat. Door een vrouw te sacraliseren, ga ik haar persoonlijkheid onteren. Daar is niets verheven aan. Dus ik heb gewacht.

Tot je schreef. Net voordat. Ik je terug zou zien. Je schreef die bevriezende woorden, wie kent ze niet? Er is iemand anders. Ik hoop dat je dat begrijpt.

Er is dus iemand anders. Iemand die anders is. Een iemand is er. Hij is anders. Hoop dat ik dat begrijp. Ik hoop het. Dat ik het begrijp. Dat er iemand anders is. Iemand die mij niet is. Misschien met meer spieren. Of spontaan, en vrij, en vrolijk, en nog nooit in zijn leven door iemand bedrogen. Hier is hij dan.

Hallo. Ik ben iemand. Ik ben anders. Ik ben groot en een echte stoot. Ik ben niet arrogant, maar erg zelfzeker. Ik reis zonder bagage. Toch draag ik altijd leuke kleren. Ik verspreid vreugde met mijn zijn. Ik trek aan wat ik niet nodig heb. Dus versier ik vrouwen voor de grap. En betichten ze me daarvan, dan zeg ik met een list: dat kan niet, want ik ben een feminist.

Verdwijn. Jij bent niet echt. Jij bent een fantoom van mijn geest. Jij groeit uit mijn pijn. Ik ben jou eerder tegengekomen. Het zou anders gegaan zijn, had ze me niet bij het afscheid zacht op de wang gekust. Had ze toen niet zacht gezegd tot de volgende. Ik lig met mezelf in de knoop. Ik ben onverantwoord ver vooruit beginnen dromen. Een bericht heeft mijn hoop aan diggelen geslagen.

Het is een druppel in een mensenleven. De vonk die het duister vuur weer heeft aangestoken. Ik schiet tekort. Ik mis iets essentieel. Het stoort me om mezelf te zijn. Nooit stel ik mezelf nog open. Alle vrouwen ter wereld kunnen naar de hel lopen. Weet dat ik jullie voortaan zal objectiveren. Ik verglijd van liefde naar haat. Lang leve het patriarchaat!

Het spijt me. Het spijt me immens van deze laatste woorden. Ik mag me zo niet uiten. Ik mag zo niet denken. Ik wil me zo niet voelen. Het is een bagatel. Maar iets heeft me geraakt. Ik kan er niet mee om. Correctie, ik kan er moeilijk mee om. Dit gaat om wie ik ben. Maar wie ben ik? Ik ben een man die om liefde vraagt. Ik ben een man die om liefde vraagt.

Pijn is egoïstisch. Dit verdriet is artificieel. Het is gebouwd op herinneringen en fantasmes. Verdriet is het gevoel van de eenzaamheid, die ik voel. Omdat ik uniek ben. Omdat ik. Ik. Ik. Ik naar een god op zoek ben. Want god is liefde en fascisme is haat. Ik keer terug. Hopelijk is het niet te laat. Ik keer terug. Hopelijk is het niet te laat.

We tonen onszelf wanneer het moeilijk gaat. Toen we afspraken scheen de maan op het water. Nu ben ik in de woestijn. Nu snak in naar water. Het gaat moeilijk, hierin toon ik mezelf. Ik wil fier als een leeuw zijn. Ik wil in vrede met mezelf zijn. Jij zal nooit van me houden, maar ik doe dat wel. Ik lik mijn eigen tranen op. Ik lik mijn eigen tranen op.

Je afwijzing is tot mij gekomen. Een beproeving van het leven. Ikzelf lig in de weegschaal. Hier ligt de keuze tussen liefde en haat. Dit is een kans om met mezelf in het reine te komen. Ik weet wat me te doen staat. Ook in het zand kunnen bloemen bloeien. Ik zal je uit mijn dromen bevrijden. Ik gun je het licht. Ik gun je je vrijheid. Ik vergeet het en ik schrijf deze woorden op. Ik vergeet het en ik schrijf deze woorden op.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *